Sturing vanuit de gemeenteraad en het college

From Wijchen Samenwerkingswijzer
Sturing vanuit de gemeenteraad en het college
De raad is partner in de samenwerking en sluit de deal, echter het dagelijks bestuur wordt ingevuld door het college. De raad heeft daarin een keuze; een indirecte sturing door zich primair op het eigen college te richten of een directe sturing door in samenspraak met andere raden of raadsleden rechtstreeks invloed uit te oefenen. De raad kan bijvoorbeeld vragen om inzicht in zienswijzen van andere raden, in samenspraak met andere raden onderwerpen agenderen (lobby-en) of reflecteren op inzichten of meningen over het samenwerkingsverband via raadsfracties.

Grip op regionaal samenwerken begint met overzicht en inzicht in het speelveld. Door het grote aantal samenwerkingsverbanden en de incidentele berichtgeving (positief of negatief) ontstaat afstand tot de onderwerpen en ook afstand tot de mate van betrokkenheid.

Om de grip te versterken kan de raad ervoor kiezen meer te sturen op de oorspronkelijke (samenwerkings)doelstellingen van de GR of een stap verder te gaan en te opereren vanuit een gemeentebrede visie op regionale samenwerking. Beide instrumenten hebben voor- en nadelen. Sturen op doelstellingen maakt het mogelijk per samenwerkingsverband de realiteit van de dag (beleidsvoornemens, jaarcijfers of actuele onderwerpen) te koppelen aan de oorspronkelijke afspraken. Dit maakt het mogelijk de hoofdlijnen scherp in de gaten te doen en niet afgeleid te worden door de details. Deze vorm van sturing werkt voor de bestaande samenwerkingsverbanden. Om besluiten te nemen over nieuwe samenwerkingsverbanden kan een visie op regionale samenwerking houvast bieden; een strategisch kader op basis waarvan de keuze voor bestaande of toekomstige samenwerkingsverbanden en de rol van de raad daarbij kan worden vastgelegd.

In een visie kan de raad een aantal cruciale standpunten vastleggen:

  1. Rol van de raad naar inhoud van de samenwerking
  2. Evaluatiemomenten en monitoring of de doelen worden bereikt
  3. Meerjarig perspectief op totaal aan samenwerkingsverbanden en regionale positie
  4. Afwegingskader voor de totstandkoming van een GR.


Een algemeen kader is uiteraard geen blauwdruk voor toekomstige afwegingen en heeft het risico van veel algemeenheden en abstractie.

Ga terug naar Boven